Tot 2026 zouden er 25.000 extra verpleeghuisplekken gebouwd moeten worden, en daarna richting 50.000 in 2030. Dat staat in de bestuurlijke afspraken.
Die zorgplekken zijn echt nodig, stelt van Boven. 'Maar ik zie dat niet gebeuren als je kijkt naar de ontwikkelingstijd van vastgoed. Die extra plekken zou ik nu al in de planontwikkeling willen zien. Maar wij hebben het niet en anderen hebben het ook niet.'
Woonzorg Nederland mist de urgentie bij betrokken partijen. 'De vergrijzing stopt niet, integendeel, dus we moeten nu al actie ondernemen. Anders wordt repareren later heel duur. Ongeveer 50 procent van de gemeenten heeft nu een woonzorgvisie, maar dat is nog niet genoeg. Dat heeft er voor een deel mee te maken dat het probleem zich pas over vijf of over tien jaar gaat manifesteren.'
Aantrekkelijke woonvormen
Naast het zorgvastgoed staat in de bestuurlijke afspraken ook het doel om in 2030 25.000 extra geclusterde woningen te hebben, tot 50.000 in 2030. Een goed begin, vindt Van Boven, maar niet ambitieus genoeg. 'Verdubbel dat. Als we genoeg aantrekkelijke collectieve woonvormen maken, waarbij mensen samen zelfstandig én betaalbaar kunnen wonen, is dat een tweesnijdend zwaard: het vermindert de zorgconsumptie en is goed voor de doorstroming op de woningmarkt.'
'We weten dat collectieve woonvormen kunnen zorgen voor een groter gevoel van welzijn. Als er een ontmoetingsruimte is en er vaak sociale activiteiten georganiseerd worden verlaagt dat de vraag naar zorg. En senioren die verhuizen laten vaak een grotere woning achter, zo komt er ruimte voor starters of gezinnen.'
Dit is een samenvatting van het interview met Cees van Boven in Zorgvisie.